Jaarlijks organiseert biljartvereniging ’t CENTRUM een libre tournooi. Leden van de societeit worden hier voor uitgenodigd. In het verleden heeft Arman Croin dit tournooi op zijn naam geschreven.
Dit jaar verdedigen Carlo Kentie en Albert Verweij onze clubkleuren. Op 1 mei moeten zij weer aantreden:
19.30 uur A. Verweij 25 - G. van Koppen 27
20.45 uur J. vd Houten 72 - F. Haket/C. Kentie
maandag 20 april 2009
vrijdag 17 april 2009
Kegelbiljartontmoeting Biljartvereniging Van Ouds 't Raadhuis
Afgelopen dinsdagavond heeft een biljartontmoeting plaatsgevonden tussen leden van onze societeit en die van biljartvereniging Van Ouds 't Raadhuis. Deze vereniging houdt haar clubavonden ook elke dinsdagavond in Tout le Monde.
Na een sportieve strijd tussen 10 leden van de societeit en 12 van de bilartvereniging kwamen als 'winnaars' naar voren Kees Kunz (Societeit) die in de eerste ronde de laagste score had en Theo Buijs (Van Ouds) die deze score overtrof in de tweede ronde. Beiden werden gefeliciteerd door onze gastvrouw Patricia en getrakteerd op een fles wijn.
Na een rondje van beide voorzitters/penningmeesters en een potje klaverjassen/nababelen ging iedereen tevreden naar huis. Volgend jaar kunnen de 'winnaars' zich revancheren.
Na een sportieve strijd tussen 10 leden van de societeit en 12 van de bilartvereniging kwamen als 'winnaars' naar voren Kees Kunz (Societeit) die in de eerste ronde de laagste score had en Theo Buijs (Van Ouds) die deze score overtrof in de tweede ronde. Beiden werden gefeliciteerd door onze gastvrouw Patricia en getrakteerd op een fles wijn.
Na een rondje van beide voorzitters/penningmeesters en een potje klaverjassen/nababelen ging iedereen tevreden naar huis. Volgend jaar kunnen de 'winnaars' zich revancheren.
zondag 5 april 2009
AD Haagse Courant
door Heleen Boex, 28 maart 2009
Hij kan het nog steeds wel eens laat maken, als de sfeer er goed in zit en de borrels goed smaken. Gisteren nog, aan de vooravond van het interview, was Albert Verweij (77) tot in de kleine uurtjes te vinden in partycentrum Tout le Monde. Daar komt de Pijnackerse herensociëteit Eensgezindheid iedere dinsdag samen.
De club bestaat 140 jaar en voor die gelegenheid is Verweij in de archieven gedoken, niet meer dan twee verhuisdozen vol. Resultaat: een boek.Een avondje Eensgezindheid begint doorgaans met gesprek aan de koffietafel. Daarna scharen de twintig heren zich om het biljart waar iedereen de kans krijgt tegen een balletje te stoten. Ter afsluiting wordt er gekaart, gepraat en geborreld.
„Ik weet uit verhalen dat het nooit anders is geweest,’’ vertelt oud-voorzitter Verweij die sinds 1987 lid is van de sociëteit. „Ik kwam vanuit Deventer hier wonen. Als vreemde zoek je contact. Ik hou van biljarten en ik kende een lid van de soos. Zo is het balletje gaan rollen.
’’Zo soepel als zijn eigen introductie ging het in het oprichtingsjaar 1869 waarschijnlijk niet. „Toen had je een ballotagecommissie die uitzocht of je wel van stand was. De leden werden meer gezocht onder de notabelen, zoals de huisarts en de hereboer. Nu kan elke man in principe lid worden als hij in de club past. Het accent is verschoven naar: Ben je een gezellig man? Klikt het goed? Hou je normen en waarden hoog; zijn er geen klachten over je?’’Die benadering van nieuwe leden lijkt goed te passen in de oorspronkelijke doelstelling van de herensoos om meer eenheid onder de bevolking te creëren.
„Ik vermoed dat het een aantal mensen tegen is gaan staan dat katholieken en protestanten zo gescheiden leefden. In de sociëteit zaten beide geloven gezellig bij elkaar aan tafel. Daar past het begrip ‘eensgezindheid’ bij.
’’Verweij heeft lang niet alle informatie voor zijn boek uit de annalen van de vereniging kunnen halen. Voor de hiaten heeft hij gebruik gemaakt van het gemeentearchief. „In 1874 kwamen de eerste straatlantaarns in het dorp. Dat betekent dat de leden voor die tijd in het donker naar huis moesten.’’ Uit het oprichtingsjaar is niets bewaard gebleven. Wel heeft de Pijnackernaar de reglementen en een kasboek uit 1880 teruggevonden waar hij uit kan putten voor leuke weetjes. Zo kregen leden in de beginjaren een boete als ze wegbleven op sociëteitsavonden die toen nog alleen in het winterseizoen plaatshadden. „Pijnacker had vooral een agrarische bevolking. Je was hier lid van september tot april; in de zomer had je het te druk op het land.’’ Ook vormde het biljart altijd een belangrijk bindmiddel binnen de club. „In het begin van de twintigste eeuw had men markeur Van der Salm, een biljartscheidsrechter. Die was geen lid; hij werd betaald.’’Tegenwoordig moeten de heren het zonder scheidsrechter stellen.
Ook hun ‘huiskamer’ Van Ouds ’t Raadhuis, het bekende restaurant aan de Oostlaan, zijn ze kwijt. „Daar heeft de soos altijd gezeten. Er stonden nooit veel meer dan 25 leden op de contributielijst en daarmee is het vol aan tafel.’’ Vroeger scheidde een gordijn volgens de overlevering de herentafel van de bar. „Dat gordijn moest dicht. De heren presenteerden zich als dé club die eisen kon stellen. Dat is niet meer.’’Nadat Ben van der Gaag, eigenaar van Van Ouds ’t Raadhuis en actief lid van de soos, was overleden, voelden de overige leden zich steeds minder thuis in hun stamkroeg. Na een faillissement van Van der Gaag junior had een nieuwe eigenaar weinig op met biljarten. „Sinds 2005 zitten we nu in Tout le Monde waar we met open armen zijn ontvangen.’’ De beslotenheid van een huiskamer is er niet meer, aangezien Eensgezindheid de ruimte met een biljartvereniging deelt, maar het is er goed biljarten.
Hoezeer de vereniging ook met zijn tijd is meegegaan, het lidmaatschap blijft uitsluitend toegankelijk voor heren. „Onze vrouwen zouden er niet eens altijd bij willen zijn. Maar voor uitstapjes, het jaardiner en de jaarlijkse mosselavond worden ze wel degelijk uitgenodigd.’’ Door de vergrijzing van de leden zou Eensgezindheid wel jongere, mannelijke aanwas aan zich willen binden. „Veertig- em vijftigjarigen ontmoeten we graag bij onze club.’’
Hij kan het nog steeds wel eens laat maken, als de sfeer er goed in zit en de borrels goed smaken. Gisteren nog, aan de vooravond van het interview, was Albert Verweij (77) tot in de kleine uurtjes te vinden in partycentrum Tout le Monde. Daar komt de Pijnackerse herensociëteit Eensgezindheid iedere dinsdag samen.
De club bestaat 140 jaar en voor die gelegenheid is Verweij in de archieven gedoken, niet meer dan twee verhuisdozen vol. Resultaat: een boek.Een avondje Eensgezindheid begint doorgaans met gesprek aan de koffietafel. Daarna scharen de twintig heren zich om het biljart waar iedereen de kans krijgt tegen een balletje te stoten. Ter afsluiting wordt er gekaart, gepraat en geborreld.
„Ik weet uit verhalen dat het nooit anders is geweest,’’ vertelt oud-voorzitter Verweij die sinds 1987 lid is van de sociëteit. „Ik kwam vanuit Deventer hier wonen. Als vreemde zoek je contact. Ik hou van biljarten en ik kende een lid van de soos. Zo is het balletje gaan rollen.
’’Zo soepel als zijn eigen introductie ging het in het oprichtingsjaar 1869 waarschijnlijk niet. „Toen had je een ballotagecommissie die uitzocht of je wel van stand was. De leden werden meer gezocht onder de notabelen, zoals de huisarts en de hereboer. Nu kan elke man in principe lid worden als hij in de club past. Het accent is verschoven naar: Ben je een gezellig man? Klikt het goed? Hou je normen en waarden hoog; zijn er geen klachten over je?’’Die benadering van nieuwe leden lijkt goed te passen in de oorspronkelijke doelstelling van de herensoos om meer eenheid onder de bevolking te creëren.
„Ik vermoed dat het een aantal mensen tegen is gaan staan dat katholieken en protestanten zo gescheiden leefden. In de sociëteit zaten beide geloven gezellig bij elkaar aan tafel. Daar past het begrip ‘eensgezindheid’ bij.
’’Verweij heeft lang niet alle informatie voor zijn boek uit de annalen van de vereniging kunnen halen. Voor de hiaten heeft hij gebruik gemaakt van het gemeentearchief. „In 1874 kwamen de eerste straatlantaarns in het dorp. Dat betekent dat de leden voor die tijd in het donker naar huis moesten.’’ Uit het oprichtingsjaar is niets bewaard gebleven. Wel heeft de Pijnackernaar de reglementen en een kasboek uit 1880 teruggevonden waar hij uit kan putten voor leuke weetjes. Zo kregen leden in de beginjaren een boete als ze wegbleven op sociëteitsavonden die toen nog alleen in het winterseizoen plaatshadden. „Pijnacker had vooral een agrarische bevolking. Je was hier lid van september tot april; in de zomer had je het te druk op het land.’’ Ook vormde het biljart altijd een belangrijk bindmiddel binnen de club. „In het begin van de twintigste eeuw had men markeur Van der Salm, een biljartscheidsrechter. Die was geen lid; hij werd betaald.’’Tegenwoordig moeten de heren het zonder scheidsrechter stellen.
Ook hun ‘huiskamer’ Van Ouds ’t Raadhuis, het bekende restaurant aan de Oostlaan, zijn ze kwijt. „Daar heeft de soos altijd gezeten. Er stonden nooit veel meer dan 25 leden op de contributielijst en daarmee is het vol aan tafel.’’ Vroeger scheidde een gordijn volgens de overlevering de herentafel van de bar. „Dat gordijn moest dicht. De heren presenteerden zich als dé club die eisen kon stellen. Dat is niet meer.’’Nadat Ben van der Gaag, eigenaar van Van Ouds ’t Raadhuis en actief lid van de soos, was overleden, voelden de overige leden zich steeds minder thuis in hun stamkroeg. Na een faillissement van Van der Gaag junior had een nieuwe eigenaar weinig op met biljarten. „Sinds 2005 zitten we nu in Tout le Monde waar we met open armen zijn ontvangen.’’ De beslotenheid van een huiskamer is er niet meer, aangezien Eensgezindheid de ruimte met een biljartvereniging deelt, maar het is er goed biljarten.
Hoezeer de vereniging ook met zijn tijd is meegegaan, het lidmaatschap blijft uitsluitend toegankelijk voor heren. „Onze vrouwen zouden er niet eens altijd bij willen zijn. Maar voor uitstapjes, het jaardiner en de jaarlijkse mosselavond worden ze wel degelijk uitgenodigd.’’ Door de vergrijzing van de leden zou Eensgezindheid wel jongere, mannelijke aanwas aan zich willen binden. „Veertig- em vijftigjarigen ontmoeten we graag bij onze club.’’
Abonneren op:
Posts (Atom)