maandag 25 mei 2009

Sociëteit

Sociëteit heeft in Nederland drie betekenissen:

  • gezelligheidsvereniging
  • het gebouw waar een gezelligheidsvereniging bij elkaar komt.
  • naam voor een kerkelijk genootschap/organisatie

Sociëteit wordt ook wel soos genoemd.
Sociëteiten vindt men in Nederland en op veel plaatsen. Meestal zijn ze uitsluitend voor mannen bestemd, die in de regel vrij hoog zijn opgeleid, leidinggevende posities bekleden in de publieke of private sector, of die zelfstandige beroepen uitoefenen. Zij zijn vaak ondernemend, dit in brede betekenis te verstaan. Dit brengt met zich mee dat het fenomeen sociëteit - dat zich sinds de 1990er jaren (na diepe inzinking vanaf de 1960er jaren) in een toenemende belangstelling mag verheugen (derde fase) - wel getypeerd wordt met elitair. Hiervan was zonder meer sprake in de zogeheten tweede fase van het sociëteitswezen (midden-19de eeuw) en in de periode van ruim honderd jaar daarna, waarin vrijwel uitsluitend notabelen er de dienst uit maakten.

Politieke oorsprong
De oorsprong van het fenomeen sociëteit (eerste fase) is, althans wat Nederland betreft, een politieke: tijdens de Franse bezetting (eind-18de-begin 19de eeuw) werden op verschillende plekken in het land verenigingen van burgers, zogenaamde sociëteiten opgericht. In de meeste gevallen uitsluitend voor mannen - nog steeds is dit het geval, terwijl inmiddels ook exclusieve vrouwensociëiten en gemengde sociëteiten bestaan - waar onder de mom van het houden van zuiver literaire activiteiten, met toestemmning van de Franse bezetter en zonder de druk van Franse veiligheidscommissarissen (die aanvankelijk geen woord Nederlands spraken, laat staan verstonden) bijeen kon worden gekomen. Enerzijds voor de gezelligheid en om even 'vrije lucht in te ademen', anderzijds ook om plannen te smeden om onder de Franse knevelmaatregelen (vooral wat betreft de internationale handel) uit te komen. De beroemde Haagse sociëteit De Witte, nog steeds aan Het Plein gevestigd en zeer florerend - werd in deze tijd gesticht.
Na het einde van de Franse bezetting (1811) en vanaf de stichting van het Koninkrijk der Nederlanden (1813) 'verdampten' veel van deze uit noodzaak geboren sociëteiten. Pas rond het midden van de 19de eeuw, toen een 'Tweede Gouden Eeuw' in Nederland begon door te breken, werden opnieuw sociëteiten opgericht en kwamen deze al gauw tot grote groei en bloei (tweede fase).

Studenten
Het woord sociëteit wordt in het alledaagse spraakgebruik vooral geassocieerd met een (vaak historisch, eigen) gebouw van zo'n gezelligheidsvereniging van mannen, vrouwen c.q. van allebei, dan met de eigenaar ervan: de gezelligheidsvereniging in kwestie zelf. Dit is vooral in universiteitssteden het geval waar het woord sociëteit allereerst met studenten en studentenverenigingen wordt verbonden.
De eerste studentencorpora in de 19e eeuw hebben de aanduiding sociëteit overgenomen om daarmee aan te geven dat de leden notabelen-in-wording waren. De naamgeving 'sociëteit' drong hierna langzaam door tot diep in de studentenwereld.

Religieuze sociëteiten
De Sociëteit van Jezus is vernederlandsing van de Latijnse naam van de Rooms-Katholieke orde van de Jezuïeten: Societas Jesu, opgericht in 1534.
Sinds 1811 hebben de Doopsgezinde Gemeenten in Nederland zich verenigd in de Algemene Doopsgezinde Sociëteit: een andere godsdienstige invulling van het woord sociëteit.

Naamsbetekenis
Oorspronkelijk stamt het woord "sociëteit" af van het Latijnse woord "societas", wat zoiets betekent als "gemeenschap" of "gezelschap". Dit woord is afgeleid van "socius", wat zoiets betekent als "metgezel". Het woord sociëteit slaat dus op een groep mensen die iets gemeenschappelijks hebben. Terwijl de Nederlandse variant een elitaire bijklank had, wordt het Engelse "society" veel breder gebruikt. In Engeland heeft het de betekenis van "samenleving" of "maatschappij".

Enkele klassieke sociëteiten
De Witte in Den Haag (eerst voor mannen, sinds 1990er jaren een gemengde sociëteit; bestaat sinds 1802)
Arti et Amicitiae in Amsterdam (kunstenaarssociëteit; sinds 1839)
De Vereeniging in Utrecht (sociëteit voor 'Heeren'; sinds 1869)
Koninklijke Roei- en Zeil Vereniging De Maas in Rotterdam; sinds 1851
Aan is Winst in Venhuizen (kolfsociëteit; sinds 1874)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten